Statutenwijziging


Heden, zevenentwintig november tweeduizend negen, verschenen voor mij, mr. Jan Karel André Maria Wösten, notaris te
Boxtel:

1. de heer Alphonsius Franciscus VAN DER HEIJDEN, wonende te 5282 JE Boxtel, Negena 9, geboren te Valkenswaard op
14 augustus negentienhonderd éénenvijftig, zich legitimerende met zijn paspoort, nummer NJ3348617, uitgegeven te Boxtel
op 2 juni tweeduizend vijf, gehuwd;

2. de heer Leonardus Johannes KONINGS, wonende te 5296 NM Esch
(Gemeente Haaren), De Langvelden 22, geboren te 's-Hertogenbosch op 18 januari negentienhonderd vijfenvijftig, zich
legitimerend met zijn paspoort, nummer NJ0006255, uitgegeven te Haaren op 12 mei tweeduizend vijf, ongehuwd, en geen
geregistreerd partner,

Te dezen handelend als respectievelijk voorzitter en secretaris van de statutaire te Esch gevestigde vereniging
GILDE SINT
WILLEBRORDUS,
kantoorhoudende 5296 NM Esch (Gemeente Haaren, De Langvelden 22, ingeschreven in het
Handelsregister van de Kamer van Koophandel voor Brabant onder nummer 40216981 en als zodanig gemelde vereniging,
overeenkomstig het bepaalde in haar statuten, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigend.

De comparanten, handelend als vermeld, verklaarden:

- dat gemelde vereniging vermoedelijk werd opgericht vóór het jaar vijftienhonderd en drie.

- dat de statuten der vereniging zijn vastgesteld bij notariële
akte op éénendertig juli negentienhonderd negenenzeventig verleden
voor P. Mertens, destijds notaris te Boxtel.

- dat de statuten der vereniging laatstelijk zijn gewijzigd bij akte op achttien september tweeduizend twee verledn voor mr.
J.K.A.M. Wösten, notaris te boxtel.

- dat er op zesentwintig april tweeduizend negen een algemene ledenvergadering is gehouden, inwelk vergadering niet de
vereiste aantal leden aanwezig was om de statuten van de vereniging te kunnen wijzigen, waarna op achttien mei
tweeduizend negen een tweede algemene ledenvergadering is gehouden, in welke vergadering is besloten de statuten te
wijzigen, welk besluit met de vereiste meerderheid van stemmen werd aangenomen, waarvan blijkt uit de aan de akte
gehechte notulen.

De comparanten, handelend als vermeld, verklaren hierbij de statuten van de vereniging in hen geheel te willen wijzigen,
zodat deze komen te luiden als volgt:

Statuten.

NAAM

Artikel 1.

Het gilde is genoemd: "GILDE SINT WILLEBRORDUS" en is gevestigd te Esch.
De patroonheilige van het gilde is Sint Willibrordus, waarvan de feestdag elk jaar wordt gevierd op of rond zeven november.
De vereniging, verder aangeduid als "het gilde", is aangegaan voor
onbepaalde tijd.

DOEL

Artikel 2.

Het gilde heeft ten doel de handhaving van de traditionele beginselen van het gildenwezen, te weten:

1. de trouw aan het kerkelijk en wereldlijk gezag;

2. de gildengeest in volle omvang en betekenis hoog te houden en tot
bloei te brengen;

3. de onderlinge broeder en zusterschap, christelijk dienstbetoon, de eerbied voor het voorgeslacht en de menselijke
waardigheid uit te dragen;

4. waar het in haar vermogen ligt en beantwoordt aan haar
doelstellingen, medewerking te verlenen aan het maatschappelijke, kerkelijke en culturele leven in de Essche gemeenschap.

Artikel 3.

Het gilde tracht dit doel te bereiken door:

1. de band tussen haar leden onderling en tussen het gilde en andere gilden te bevorderen.

2. het leggen van contacten en het samenwerken met de geestelijke en wereldlijke overheid en haar organen.

3. het beoefenen van de traditionele gildenactiviteiten zoals het wipschieten, vendelen, trommelen en bazuinblazen.

4. het houden van vergaderingen, tentoonstellingen, wedstrijden en andere bijeenkomsten, alsmede het houden van en
deelnemen aan kring- en gildefeesten.

5. al hetgeen, dat op het gildenwezen betrekking heeft, in studie nemen.

6. het aanleggen en bijhouden van een documentair gildenarchief.

7. alle andere wettige middelen, welke dienstig kunnen zijn tot het bereiken van haar doelstellingen.

LIDMAATSCHAP

Artikel 4.

Het gilde kent leden, beschermheer, beschermvrouwe, gildenheren, gildenvrouwen en aspirant-leden, jonkers en bruidjes.

1. Leden zijn zij, die als zodanig zijn toegelaten.
Leden worden ook wel "Gildenbroeders of gildenzusters" genoemd.
Lid kan worden ieder, die de leeftijd van negentien jaar heeft bereikt, Christen en van onbesproken gedrag is. Uitsluitend
leden hebben stemrecht in de algemene ledenvergadering.

2. Aspirant-lid, ook wel "jeugdgildenbroeder of jeugdgildenzuster" genoemd is hij of zij, die als zodanig tot het gilde wordt
toegelaten. Hij of zij moet ouder zijn dan elf, en jonger dan negentien jaar.
Hij of zij dient in ieder geval het vendelen trommen of bazuinblazen te beoefenen.

3. Jonkers en bruidjes zijn zij die als (klein) zoon/dochter van een gildelid betrokken worden bij een optreden van het gilde,
ouder zijn dan drie jaar en de leeftijd van twaalf jaar nog niet hebben bereikt.

TOELATING

Artikel 5.

1. Over de toelating tot het lidmaatschap beslist de algemene ledenvergadering met meerderheid van stemmen, na een
daartoe verstrekt voorstel, uitgegaan van het bestuur.
2. Over de toelating van aspirant-leden, jonkers en bruidjes, die als zodanig geen lid van het gilde zijn, beslist het bestuur, dat
onder goedkeuring van de algemene ledenvergadering, de rechten en verplichtingen van de aspirant-leden jegens het gilde
vaststelt.

Artikel 6.

De aanname van nieuwe leden wordt in het huishoudelijk reglement geregeld en heeft plaats éénmaal per jaar op de
algemene ledenvergadering op de laatste zondag van september.

EINDE (ASPIRANT) LIDMAATSCHAP

Artikel 7.

1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door overlijden.
b. door opzegging van het lid of het aspirant-lid.
c. door opzegging namens het gilde, dit kan geschieden, wanneer het lid of aspirant-lid heeft opgehouden aan de vereisten,
welke bij de statuten zijn gesteld aan het lidmaatschap, te voldoen. Wanneer hij zijn verplichtingen jegens het gilde niet
nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van het gilde niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
d. door uitzetting; dit kan alleen geschieden, wanneer het lid of aspirant-lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten
van het gilde handelt of het gilde op onredelijke wijze benadeelt.

2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of aspirant-lid kan slechts geschieden tegen het einde van het gildejaar en
met een opzegtermijn van vier weken.
Het lidmaatschap kan echter onmiddellijk worden beëindigd, indien naar het oordeel van het bestuur van het gilde,
redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.

3. Opzegging namens het gilde, of uitzetting, geschiedt door het bestuur.

4. Van het besluit tot opzegging namens het gilde en van een besluit tot uitzetting, moet het bestuur schriftelijk, met opgaaf
van redenen, aan de betrokkene kennis geven.

5. Bij uitzetting door het bestuur kan door de betrokkene binnen
veertien dagen beroep worden aangetekend bij de algemene ledenvergadering, die daartoe binnen zes weken na ontvangst,
door het bestuur met een kennisgeving van bezwaar wordt bijeengeroepen.
Het besluit tot vernietiging van deze uitzetting dient met tenminste drie/vierde van de geldig uitgebrachte stemmen te worden
genomen.


SCHORSING

Artikel 8.

1. Het bestuur kan een lid of aspirant-lid voor maximaal een half jaar schorsen door een schriftelijke mededeling aan de
betrokkene met vermelding van de redenen waarom en de tijdsduur gedurende welke, de schorsing plaatsvindt.

2. Schorsing is mogelijk in al die gevallen, waarin één van de artikel 7, lid 1, sub c genoemde gronden aanwezig is, zulks ter
beoordeling van het bestuur, maar niet eerder dan dat betrokkene is gehoord.

3. Gedurende de tijdsduur van een schorsing zijn de rechten van het lid of aspirant-lid opgeschort.

4. Tegen een besluit tot schorsing door het bestuur staat geen beroep open.


BESTUUR (OVERHEID)

Artikel 9.

1. Het gilde wordt bestuurd door een bestuur, ook wel "overheid" genoemd, bestaande uit een oneven aantal van tenminste
drie en ten hoogste zeven leden.
Een gekozen bestuurslid van het gilde wordt "deken" genoemd
eventueel aangevuld met diens functie in het bestuur, namelijk "dekenrentmeester" voor de penningmeester en
"dekenschrijver" voor de secretaris, terwijl de voorzitter "hoofdman" wordt genoemd.

2. Leden van het bestuur worden gekozen en ontslagen door de algemene ledenvergadering.

3. De voorzitter die in functie door de leden wordt gekozen, wordt voor de periode van vier jaar benoemd.
De overige bestuursleden worden ook voor vier jaar benoemd.

4. Aftredende bestuursleden, evenals de voorzitter, volgens een door het bestuur te maken rooster van aftreding, zijn
terstond en telkens herkiesbaar.

5. Zowel door het bestuur als door de leden kunnen voor de aftredende bestuursleden en de voorzitter kandidaten worden
voorgedragen.

6. Een door minimaal vijf leden voorgedragen kandidaat behoort, tenminste drie dagen voor de algemene ledenvergadering
waarin de verkiezing plaatsvindt, schriftelijk te zijn ingediend bij het bestuur, met de bereidverklaring van de kandidaat zelf.

7. Indien bij de (her)verkiezing van een bestuurslid of de voorzitter geen tegenkandidaat is ingediend, dan wordt de door het
bestuur voorgedragen kandidaat, zonder stemming, bij acclamatie ge(her)kozen.

8. Het bestuurslismaatschap eindigt voorts:
a. door het beëindigen van het lidmaatschap van het gilde;
b. door tussentijds aftreden.
Wie in een tusentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster van aftreden de plaats van zijn voorganger in.

9. De koning, die niet wordt gekozen, maar bij het koningschieten deze titel verwerft, wordt aan het bestuur toegevoegd maar
heeft slechts een adviserende taak en geen stemrecht.

BESTUURSFUNCTIES/TAAK

Artikel 10.

1. Het bestuur wijst uit haar midden een penningmeester (dekenrentmeester) en een secretaris (dekenschrijver) aan.
Het bestuur wijst voor de functie van voorzitter, penningmeester en secretaris een vervanger aan.

2. Van het verhandelde in algemene ledenvergaderingen en bestuursvergaderingen worden door de secretaris notulen
gemaakt.

3. Voorzitter, secretaris en penningmeester vormen samen het dagelijks bestuur.
Het dagelijks bestuur bereidt onder andere de bestuursvergaderingen voor en voert de bestuursbesluiten uit.

4. Bestuursleden kunnen speciaal belast worden met onder andere handhaven van de orde bij evenementen, toezicht op de
eigendommen van het gilde, beheer van het archief, het leiding geven bij wedstrijden en oefeningen, historieonderzoek.

5. Het bestuur beslist bij volstrekte meerderheid van stemmen, bij staking van stemmen dan wordt in een volgende
bestuursvergadering opnieuw gestemd.
Staken de stemmen dan weer, dan beslist de voorzitter.
De koning heeft in het bestuur een adviserende stem.

6. Het gilde wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door twee leden van het bestuur, waaronder de voorzitter
(hoofdman of zijn vervanger).

7. Voor het aangaan van geldleningen, alsmede voor het kopen, vervreemden, bezwaren, huren of verhuren van onroerende
goederen, voor overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg, of hoofdelijk medeschuldenaar, verbindt, zich voor een
derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor de schuld van een derde verbindt, behoeft het bestuur de goedkeuring
van de algemene ledenvergadering.

BESCHERMHEER,BESCHERMVROUWE, GILDENHEREN EN GILDENVROUWEN

Artikel 11.

Beschermheer, beschermvrouwe, gildenheren en gildenvrouwen zijn zij, die als zodanig op grond van buitengewone
verdiensten voor het gilde, of van wege hun maatschappelijke functie, door de algemene ledenvergadering met meerderheid
van stemmen zijn benoemd, na daartoe door het bestuur te zijn voorgedragen.
De beschermheer, beschermvrouwe, gildenheren en gildenvrouwen kunnen te allen tijde met meerderheid van stemmen van
hun functie worden ontheven door de algemene ledenvergadering.

VERGADERINGEN

Artikel 12.

Algemene ledenvergaderingen worden zo dikwijls gehouden als het bestuur hiertoe besluit; op schriftelijk verzoek en onder
opgave van de te behandelen onderwerpen, gedaan door tenminste een/derde van de leden, is het bestuur verplicht een
algemene ledenvergadering te houden.
Indien het bestuur niet binnen veertien dagen na indiening van bedoeld verzoek daaraan gevolg heeft gegeven, door binnen
die termijn op een termijn van uiterlijk vier weken een vergadering bijeen te roepen, zijn de verzoekers zelf bevoegd een
vergadering te beleggen.
Jaarlijks wordt in ieder geval op de laatste zondag van april en de laatste zondag van september een algemene
ledenvergadering gehouden.
In de algemene ledenvergadering van april wordt:

a. door het bestuur rekening en verantwoording afgelegd inzake inkomsten en uitgaven van het afgelopen boekjaar.

b. door de kascommissie verslag uitgebracht van haar onderzoek van boeken en bescheiden en kasmiddelen welke onder
berusting van het bestuur zijn geweest, in het afgelopen boekjaar.

In de algemene ledenvergadering van september wordt:

a. door het bestuur verslag uitgebracht over het afgelopen gildenjaar;

b. over toelating en uitzetting van leden beslist;

c. bestuursverkiezingen gehouden;

OPROEPING TOT VERGADERING

Artikel 13.

De oproeping tot algemene ledenvergaderingen wordt in het huishoudelijk reglement geregeld.

KASCOMMISSIE

Artikel 14.

De in artikel 12 bedoelde kascommissie bestaat uit twee leden.
De leden van de kascommissie worden in de algemene ledenvergadering
van april voor twee jaar benoemd.
Elk jaar wordt één lid van de kascommissie vervangen.
Niemand kan meer dan twee jaar achtereen lid van de kascommissie zijn.
Van de kascommissie kunnen leden van het bestuur geen deel uit maken.
Bij een tussentijdse vacature in de kascommissie wordt daarin door de algemene ledenvergadering voorzien.

STEMMINGEN

Artikel 15.

Zowel in bestuurs- als in algemene ledenvergaderingen wordt over personen schriftelijk gestemd. De meerderheid van
stemmen is beslissend voor het al dan niet aannemen.
Over zaken wordt mondeling gestemd, tenzij in de algemene ledenvergadering tenminste vijf leden een schriftelijke
stemming verlangen.
In bestuursvergaderingen wordt over zaken schriftelijk gestemd indien
één bestuurslid zulks verlangt.
Staken de stemmen over personen, dan zal in een volgende vergadering opnieuw worden gestemd.
Wanneer ook in deze vergadering de stemmen staken, dan beslist de voorzitter (Hoofdman) of de waarnemer van diens
functie.
Alle besluiten worden genomen met een eenvoudige meerderheid van stemmen, tenzij de statuten of huishoudelijk
reglement anders bepalen.
Indien in een geval, geregeld in statuten of huishoudelijk reglement de aanwezigheid van een aantal leden is vereist, en dat
ledental ter vergadering niet aanwezig is, dan kan een tweede vergadering, niet later te houden dan één maand na de eerste
vergadering en niet eerder dan twee weken na deze vergadering, worden bijeengeroepen, waarin besluitvorming zal plaats
hebben, ongeacht het in die tweede vergadering aanwezige aantal leden.

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Artikel 16.

De algemene ledenvergadering zal een huishoudelijk reglement vaststellen, dat genoemd kan worden de "caert" waarin
geen bepalingen mogen voorkomen, strijdig met deze statuten, doch waarin in alle gevallen de navolgende onderwerpen
moeten worden geregeld:

1. De door de leden te houden schietoefeningen en wedstrijden met prijsverschietingen.

2. Met het gilde te houden kerkelijke plechtigheden.

3. Het mede verzorgen door het gilde van de begrafenis van een overleden gildenbroeder of gildenzuster met inbegrip van
het ten grave dragen.

4. Het koningschieten en de rechten en verplichtingen van koningen en keizers.

5. De contributie en andere financiële verplichtingen van de leden
jegens het gilde en de bijdragen van derden zoals
donateurs en gildenvrienden.

6. Het bewaren van gilde-eigendommen.

7. Het vieren van de teerdag.

8. De omschrijving van de specifieke taken van de leden van de overheid en de pachters.

HET VERMOGEN VAN HET GILDE

Artikel 17.

De inkomsten van het gilde bestaan uit entreegelden, contributies, hoofdelijke omslagen en andere heffingen ingevolge deze
statuten of ingevolge het huishoudelijk reglement of op grond van besluiten der algemene ledenvergadering en voorts uit
subsidies, legaten, schenkingen, opbrengsten van bezittingen en andere toevallige baten.

Artikel 18.

Van alle bezittingen zal door het bestuur een behoorlijk en gespecificeerde inventaris, tenminste in drievoud, worden
opgemaakt en worden bijgehouden.
Een exemplaar daarvan zal bij de voorzitter (hoofdman) berusten, het tweede exemplaar zal worden opgeborgen in het
archief van het gilde en het derde exemplaar zal berusten bij de penningmeester (dekenrentmeester.

Artikel 19.

Het koningszilver, de koningsstaf, de hoofdmanstaf, de prijzen en ander zilver, zomede de vaandels, standaarden,
gildentrommen, en verdere attributen en voorwerpen, alsook de archieven kunnen nooit vervreemd of beleend worden.
Het bestuur zal alle voormelde artikelen op veilige plaatsen bewaren of doen bewaren en naar behoren beheren of doen
beheren.

GILDEJAAR

Artikel 20.

Het gildenjaar, loopt van één oktober tot en met dertig september.
Het boekjaar, loopt van één januari tot en met een en dertig december.